Wat houdt onlinetracering in?
Onlinetracering is het volgen, registreren, opslaan, opnieuw verpakken en vervolgens doorverkopen van uw internetgeschiedenis. Wanneer u een pagina bezoekt, een zoekopdracht uitvoert, een e-mailbericht verstuurt, een video bekijkt of online winkelt (zelfs als u alleen maar kijkt), kunt u erop rekenen dat iemand aantekeningen zit te maken.
Hoe bedoelt u, "iemand"? Wie volgt mij online?
Wie niet? Van de "FANG's" van deze wereld (Facebook, Amazon, Netflix en Google voor de BMEOAFKO's – blogschrijvers met een obsessie voor afkortingen – onder ons) tot de website van de vriendelijke ambachtelijke broodjeswinkel op de hoek (waarschijnlijk).
Ja, echt. Onderzoekers van de universiteit van Washington hebben vastgesteld dat 75% van de meest bezochte websites ter wereld gebruikmaakt van traceertools, waaronder hun eigen cookies en traceerprogramma's van derden, waarmee voortdurend informatie over u wordt verzameld.
Wat weten deze online-trackers over mij?
Stel, u wordt gevraagd om een lijst te maken met 3000 interessante weetjes over uzelf. Wat voor soort dingen zou u dan opschrijven? 3000 persoonlijke weetjes zijn een heleboel persoonlijke weetjes. Toch is de kans levensgroot dat zo'n lijst al bestaat.
Er zijn marketingbedrijven die gemiddeld 3000 brokjes informatie hebben over de 350 miljoen mensen in hun databases: uw locatie, uw lievelingseten en -restaurants, uw onlinegewoonten, de websites die u bezoekt, de vragen die u Google stelt, waar u werkt... en zelfs uw medische gegevens en uw kredietbeoordeling.
Wauw. Ze weten dus heel veel. Maar waarom is dat sl–
Wacht, ik ben nog niet klaar. Websites kunnen ook informatie verzamelen over uw apparaat, uw besturingssysteem, uw browserversie, lettertypen, schermresolutie, kleurdiepte, tijdzone, welke extensies u gebruikt, of u cookies blokkeert, of u advertenties blokkeert…
Gegevensbedrijven en adverteerders weten ook welke artikelen u leest en welke u overslaat, welke video's u kijkt en welke u na 5 seconden alweer stopt, welke reclamemail u leest en welke u ongelezen naar de prullenbak verplaatst, wat u leuk vindt op Facebook, wat u retweet, wat van u een hartje krijgt op Instagram.
Dat klinkt inderdaad slecht – maar waarom is het per se slecht voor *mij*?
Wanneer je al die gegevens samenvoegt, en dat doen dataminers, ontstaat er een unieke onlinevingerafdruk van u, aan de hand waarvan u onmiddellijk kunt worden geïdentificeerd, met al uw voor- en afkeuren, persoonlijke trekjes en neuroses (ach kom Brenda, die hebben we toch allemaal!).
En dat kan vervelende gevolgen hebben. Als bedrijven en adverteerders precies weten wie u bent en wat u leuk vindt, kunnen ze:
-
U overstelpen met specifiek op u gerichte advertentiecampagnes die u overal op internet achtervolgen, in een poging elk verborgen, onbewust verlangen van u aan te wakkeren (ach kom Brenda, die hebben we allemaal!).
-
De prijzen gericht verhogen, dankzij die fijne, chique buurt waar je woont, Brenda. Bijvoorbeeld.
-
Uw onlineprivacy schenden en uw anonimiteit ondermijnen.
Maar niet alles is slecht, toch? Zelfs –
Zeg nu niet Hitler.
[lange, ongemakkelijke stilte]
Nee, ik bedoel, onlinetracering is toch niet alleen maar slecht. Soms wil je gewoon ergens naar toe waar iedereen weet hoe je heet. Dus in theorie kunnen adverteerders u attent maken op producten, diensten en ervaringen waar u daadwerkelijk in geïnteresseerd bent, in plaats van u te bombarderen met advertenties voor, ik zeg maar wat, advocaten die zijn gespecialiseerd in de Canadese amnestieregeling (waar jij uiteraard niets aan hebt, Brenda).
Daarnaast zorgt onlinetracering ervoor dat internet grotendeels gratis blijft, omdat bedrijven en adverteerders het zo druk hebben om elkaar te laten betalen voor uw gegevens, dat ze vergeten u er voor te laten betalen.
Tot zover onlinetracering.